Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Samenloopregeling Indonesische pensioenen 1960

 

Artikel 9
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt:
a
de algemene nabestaandenuitkering, de algemene halfwezenuitkering en de algemene wezenuitkering geacht betrekking te hebben op het tijdvak liggende tussen de tijdstippen, waarop degene, aan wiens overlijden het recht op weduwenpensioen of wezenonderstand wordt ontleend de leeftijd van 15 jaren had bereikt en die van 65 jaren had of zou hebben bereikt;
b
een weduwenpensioen of een wezenonderstand geacht betrekking te hebben op het tijdvak, gedurende hetwelk zou zijn geacht te zijn vervuld de diensttijd van degene, aan wiens overlijden het recht op weduwenpensioen of wezenonderstand wordt ontleend, indien diens pensioen was of ware berekend naar de in het eerste lid van artikel 2 onder a bedoelde diensttijd;
c
als diensttijd uitsluitend in aanmerking genomen de diensttijd, gelegen tussen de tijdstippen, waarop degene, aan wiens overlijden het recht op weduwenpensioen of wezenonderstand wordt ontleend, de leeftijd van 15 jaren had bereikt en die van 65 jaren had of zou hebben bereikt;
d
tijd, waarop betrekking heeft of geacht kan worden betrekking te hebben het bedrag van de algemene nabestaandenuitkering, de halfwezenuitkering en de algemene wezenuitkering, waarop aanspraak is verkregen door vrijwillige premiebetaling krachtens artikel 63 van de Algemene nabestaandenwet, indien en voor zover die tijd samenvalt met het onder b bedoelde tijdvak, op dat tijdvak in mindering gebracht en voor de toepassing van artikel 10 buiten aanmerking gelaten.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •